Engelse Springer Spaniel: het ras

Wij hebben ondervonden dat de Engelse Springer een super-hond is.
Braaf en kalm in huis, braaf en energiek buiten.
Ze zouden alles voor je doen en zouden dat ook kunnen, want ze zijn heel leergierig.
Wij gebruiken onze ESS voor therapiewerk.
Vele mensen hebben ze als gezelschapshond.
Ook worden ze nog veel gebruikt in de jacht.
Maar ook als speurhond (drugs, explosieven, geld,…) staan ze hun mannetje. Met andere woorden: een veelzijdige hond waar je alle kanten mee op kan!

Hieronder kan je de rasstandaard van dit geweldige ras vinden.

Ras Standaard

Algemene verschijning:
Harmonisch gebouwd, compact, sterk, vrolijk, actief. Staat het hoogst op de benen en het snels tin bouw van alle Britse landspaniels.

Kenmerken:
Het ras is van oude zuivere afstamming, het oudste van alle jachtspaniels; het oorspronkelijke doel was het opsporen en opjagen van wild voor het net, de valk en de Greyhound. Het wordt nu gebruikt voor het opsporen, opjagen en apporteren voor de jacht met geweer.

Temperament:
Vriendelijk, goedige aard, gezeglijk. Schuchterheid of agressie hoogst ongewenst.

Hoofd en schedel:
Middelmatig lange schedel, vrij breed en iets gerond. Vanaf de voorsnuit oplopend en een wenkbrauw of stop vormend, verdeeld door een groef die tussen de ogen begint en geleidelijk verloopt over het voorhoofd naar de achterhoofdsknobbel, die net sterk ontwikkeld mag zijn. Wangen valk. De lengte van de voorsnuit moet in goede verhouding tot de schedel staan, tamelijk diep en breed. Goed besneden onder de ogen, tamelijk diep met vierkante lippen. Neusgaten goed ontwikkeld.

Ogen:
Middelgroot, amandelvormig, donker hazelnootkleurig, vriendelijke uitdrukking. Lichte ogen ongewenst.

Oren:
Lobvormig en van goede lengte en breedte, op ooghoogte aangezet, tamelijk vlak tegen het hoofd gedragen en goed behaard.

Gebit:
Sterke kaken met een volmaakt, regelmatig en compleet schaargebit.

Hals:
Goede lengte, sterk en gespierd, vrij van keelhuid, licht gebogen; wordt smaller naar het hoofd toe.

Voorbenen:
Rechte benen met goed bot. Ellebogen sluiten tegen het lichaam aan. Sterke beweeglijke middenvoet.

Lichaam:
Sterk, noch te lang, noch te hard. Diepe borst die goed ontwikkeld is. Goede ribwelving. Gespierde lendenpartij die sterk is en matig gewelfd, maar goed kort.

Achterbenen:
Deze moeten vanuit de heupen en hielen recht naar beneden gaan. Knie en hiel matig gehoekt. Brede, gespierde en goed ontwikkelde dijen. Te zware hielen zijn ongewenst.

Voeten:
Gesloten, compact en goed gerond met sterke krachtige zoolkussens.

Staart:
Laag aangezet en nooit boven de ruglijn gedragen. Goed bevederd en actief in beweging.

Gangwerk/beweging:
Geheel rasgebonden. De voorbenen slingeren vanuit de schouder recht naar voren, terwijl de voeten op een makkelijke en vrije manier naar voren geplaatst worden. De hielen worden flink onder het lichaam geplaatst in dezelfde lijn met de voorbenen. Bij langzame gang is telgang typisch voor dit ras.

Vacht:
Dicht, recht en weerbestendig. Middelmatige bevedering aan de oren, voorbenen, het lichaam en de achterbenen.

Kleur:
Leverkleurig en wit, zwart en wit, of elke van deze kleuren met tan- aftekening.

Grootte:
Bij benadering 51 cm.

Fouten:
Iedere afwijking van bovenstaande punten moet als fout worden aangemerkt en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet.

 
N.B.: Reuen moeten twee duidelijk normale testikels hebben, die volledig in het scrotum zijn ingedaald.

(Bron: Kennel van de Jorishoeve)